Vandaag staat het nationale park Skuleskogen op het programma. Dit park heeft 3 ingangen en ons vakantiehuis ligt het dichts bij de ingang-zuid. We rijden eerst een kleine kilometer over de gewone weg, waarna we het richtingbord voor het nationaal park zien. Het is 4 kilometer rijden over een slechte onverharde weg totdat we de auto kunnen parkeren bij de ingang van het park. Daar stoppen we wat extra warme kleren in de rugzak en gaan we op pad. Het eerste stuk gaat makkelijk over planken.
Dit stuk wat we lopen maakt onderdeel uit van een lange afstandswandeling, die ook door dit nationale park loopt, het Hoge Kust pad. Dit stuk is nog erg makkelijk. En het uitzicht onderweg is fantastisch.
Terwijl we verder lopen komen we uit bij een bijzondere plek, waar heel veel ronde keien liggen. Die zijn in een ver verleden, toen de zee nog veel hoger stond, hier afgesleten tot ronde keien. Gelukkig voor ons staat de zee weer een stuk lager.
We klimmer verder omhoog, want we gaan steeds verder omhoog en op de natte stukken zijn meestal houten loopplanken neergelegd. Onderweg zien we ook wel hele mooie plaatjes, die we dan ook zeker vastleggen.
Een van de hoogtepunten in dit nationale park is de Slattdals skrevan, een kloof met steile wanden waar je doorheen kan lopen. Alleen is de weg daar naar toe niet makkelijk. Het is een steile klim over grote keien.
Maar we zetten door en na verloop van tijd denken we de kloof bereikt te hebben en maakt een zekere euforie zich meester van ons. Alleen is het wel een kloof maar niet degene die we kennen van de plaatjes van internet.
We moeten eerst nog hier door heen, over grote stukken rots en keien, om uiteindelijk bij de echte kloof aan te komen. Het zal duidelijk zijn dat we hier geen 5 kilometer uur halen met lopen. Maar na alle inspanning is het dan zover en bereiken we dit pareltje in het park.
Hierna staan we voor de keuze dezelfde weg terug of doorlopen en het rondje afmaken. We kiezen voor het laatste en al snel worden onze eerdere inspanningen beloond en dalen we geleidelijk af naar een meertje, waar we even bijkomen van alle inspanningen. Daar drinken we water en eet ik enkele pannenkoeken die we gisteren over hadden en nu prima smaken en weer energie geven.
We lopen weer verder en de route is zeker niet makkelijk en via rotsen en allerlei uitstekende boomwortels dalen we geleidelijk af richting zeeniveau. Onderweg maak ik natuurlijk wel een aantal foto’s van de mooie uitzichten. Maar het is ook wel goed kijken waar je loopt, want deze zwarte slang kwamen we ook nog tegen en toen we even stilstonden kwam die op ons af, dus liepen we maar weer snel door.
Uiteindelijk bereiken we het pad langs de kust en zijn we weer op weg richting de zuid-ingang van het park. Het is een ruim 4,5 kilometer lang pad, waar het de kunst is de vele boomwortels te ontwijken tijdens het lopen. Hier en daar is het pad weggeslagen door riviertjes, maar dit pad loopt makkelijker dan het geklauter over rotsen. Waar een doorsteek is naar de zee, genieten we van het uitzicht.
Totaal hebben we 4 uur gewandeld en een afstand van 11 kilometer afgelegd en is het fijn om weer bij de auto aan te komen, want dit was wel de zwaarste wandeling van deze vakantie. Maar wel een hele mooie en uitdagende. Ik denk wel dat we morgen even rustig aan doen. Bekijk alle foto’s in het fotoalbum