Na veel regen vannacht, bleek dat dit circa 500 meter hoogte als sneeuw was gevallen, de bomen zagen er wit van. We hebben vandaag de omgeving van Banff verkend. Allereerst het stadje zelf, een echte toeristenstad. Dus lieten we dat snel achter ons en gingen we op pad naar Johnsen Lake. Daar hebben we wandeling rond het meer gemaakt, en dan is het verrassend zo weinig mensen als je tegenkomt. Omdat onderweg de brug was weggeslagen, moesten we via een ‘noodbrug’ van takken e.d. een stroompje oversteken. Een leuke wandeling, zeker als de zon steeds meer doorkomt. We zaten net in de auto en zagen een eland aan de bosrand staan.
Hierna reden we richting de skipiste van Banff, op Mount Norquay. Ik weet nog wel een persoon die daar met mij wil skiën in de winter. Onderweg zagen we eerst één en later vele ‘bighorn sheep’. Boven aangekomen hadden we een mooi zicht op Banff en alle bergen met volop witte toppen. Een volgende bestemming waren de Vermillion Lakes, een beetje zoals Canada er in de tijd voordat het ontdekt was, uitgezien moet hebben. Na de trein vele malen gehoord te hebben, stonden we nu vooraan bij de spoorwegovergang en hadden we goed zicht op de locomotief met ruim 50 wagons, voor Canadese begrippen een korte trein.
Het hoogtepunt, letterlijk en figuurlijk was de Banff Gondela, een kabelbaan waarmee we naar de top van Sulphur Mountain gingen. Boven aangekomen werd ons uiteraard weer gevraagd hoe onze rit was, want service staat hier hoog in het vaandel. Daarna liep ik door naar het voormalig Cosmic Ray Station, op een hoogte van 2.337 m. Vanaf daar was een schitterend panorama, ondanks het weer. Het heeft ook wel wat om daar in de vallende sneeuw te staan en waar de afgelopen nacht zo’n kleine 10 cm verse sneeuw was gevallen. Hierna weer naar beneden naar de camper. Onderweg nog even bier gekocht, dat kan hier alleen in speciale drankzaken. ’s Avonds aan de pancakes en alvast wat lezen voor onze tocht van morgen.